Begin februari heeft voor het eerst een inspectie plaatsgevonden van de vleermuiskelders op ’t Knapperslag en in Natuurpark Overstegen. En die inspectie naar overwinterende vleermuizen leverde een leuk resultaat op.
De twee vleermuiskelders maken deel uit van een grotere constructie gemaakt voor vleermuizen en oeverzwaluwen. Ze bestaan beide uit een toren (zomerkwartier) en een kelder (winterkwartier). In de kelder verblijven vleermuizen in de winter omdat die erop gemaakt is dat het er vorstvrij blijft. Vleermuizen gaan namelijk gedurende de winterperiode in een winterslaap en dan zijn zij door vorst heel kwetsbaar. Dat is de reden waarom vleermuizen vorstvrije plekken opzoeken. Wanneer het weer warmer wordt verlaten vleermuizen hun winterverblijf en zullen ze verblijven op warmere plekken, zoals op zolders van grote gebouwen of in spouwmuren van woningen.

’t Knapperslag
In de vleermuiskelder op het terrein was het goed toeven voor spinnen. Dat viel als eerste op toen de deur werd geopend. Tientallen spinnen (van die grote huisspinnen) hebben de kelder weten te vinden. Ook vlinders werden aangetroffen en andere insecten. Na ruim 1 uur speuren door de vrij droge kelder mochten wij geen vleermuis aantreffen. Dat geeft overigens geen zekerheid dat er echt niets is. Er zij zoveel gaten en nisjes om in weg te kruipen, dat een in winterslaap verblijvende vleermuis, misschien over het hoofd wordt gezien. De temperatuur bleef in de kelder nestjes boven het vriespunt.

Natuurpark Overstegen
Op naar de tweede kelder. Waar het aan vocht ontbrak in de kelder op ’t Knapperslag was dat in het natuurpark niet het geval. De kelder was met laarzen aan maar net te betreden. Nog wat meer water en onze sokken waren nat geworden. Hier geen spinnen, maar wel meer insecten, vooral kleine bodemdiertjes die langs de wanden kropen, profiterend van het donker en de vochtige omgeving. Na enige tijd speuren vonden we in een nisje aangebracht in de muur een slapende vleermuis. Het was even lastig kijken met een spiegeltje, maar na kundig oordeel konden we concluderen dat het om een slapende gewone grootoorvleermuis ging. Een hele leuke waarneming waar wij toch wel blij van werden. Een bewijs dat het werkt, en hopelijk aanleiding voor meer vleermuizen in de toekomst.

Meer weten van vleermuizen? Lees dit artikel (PDF) van Herman Nijhof.